Na 108 dagen gevangenschap is de Nederlandse verpleger Willem Sools (27) van de hulporganisatie Médecins du Monde (MdM) eindelijk vrijgelaten.
Sools en zijn Japanse collega Keiko Akahane (32) waren eind september ontvoerd in Ethiopië in het grensgebied bij Somalië. De hulpverleners werkten daar in mobiele klinieken om onder andere ondervoeding in kaart te brengen. Volgens MdM, opgericht in 1980 door de huidige Franse minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner, is er geen losgeld betaald, maar om veiligheidsredenen konden geen nadere details gegeven worden over de precieze omstandigheden van de vrijlating. MdM heeft voor de onderhandelingen hulp gekregen van het Internationale Rode Kruis en de Japanse en Nederlandse regering.
Afgelopen donderdag werden de twee medewerkers van MdM vrijgelaten en zij kwamen zaterdagmorgen vanuit Nairobi aan in Parijs, waar zij de pers te woord stonden. Beide vrijgelaten zagen er gezond uit, maar gaven aan vermoeid te zijn van hun avontuur. Willem Sools gaf een toelichting op het hoofdkantoor van MdM in Parijs op zijn perikelen in Somalië. Redelijk aangedaan zoekt hij naar zijn woorden. “Onbeschrijflijk. Ik ben zeer dankbaar aan alle mensen die heel veel moeite gestopt hebben in onze bevrijding, het was voor hen ook heel een zeer moeilijke tijd. Tegelijkertijd gaan onze gedachten uit naar onze mede-gijzelaars.”
Sools en Akahane zijn meermalen met de dood bedreigd: “Het moment waarom we gegijzeld werden, was zeer gewelddadig, met veel geschreeuw en mensen die wapens op ons richtten. De groep die ons ontvoerden heeft ons daarna overgedragen aan een tweede groep, waarna we naar Somalië gebracht zijn. Er is letterlijk gezegd ‘Maybe we are going to kill you’. Als je naar zo’n conflictgebied gaat, houd je altijd in je achterhoofd dat zoiets kan gebeuren, maar we waren zeer bang om te sterven, en vooral om familie en vrienden in onwetendheid te laten…”
De Nederlander wist zich tijdens zijn gevangenschap gesterkt door het idee dat Médecins du Monde hem niet in de steek zou laten: “Een week voordat ik gekidnapt werd heb ik een gesprek gehad met een collega die zei dat MdM er echt alles aan doet om je vrij te krijgen. Die wetenschap heeft me veel kracht gegeven”. Sools en Akahane waren voortdurend in elkaars gezelschap. Gedurende de ruim drie maanden van hun gevangenschap moesten zijn hun eigen eten koken, hun kamer opruimen en hun kleding wassen. In de tijd die overbleef was Sools creatief met de beperkte middelen die zij hadden. “In een schriftje hebben we getekend, een dagboekje bijgehouden en een to do list gemaakt van wat we gingen doen als we vrij zouden komen. Van kaarsvet heb ik dobbelstenen gemaakt, waarmee we Yahtzee konden spelen. Ik heb een kaartspel gemaakt, ik houd namelijk erg van spelletjes. Dat hield me op de been. Ik ben heel erg iemand die nooit opgeeft en die probeert er altijd het beste uit te halen.”
De nare ervaring zal Sools er niet van weerhouden om door te gaan met de humanitaire hulpverlening. Op welke manier dat zal zijn weet hij nog niet: “Mijn vriendin en ik zijn allebei heel erg geïnteresseerd in ontwikkelingswerk en daar zullen we een weg in vinden. Ik heb geen spijt. Ik ben ook zeer dankbaar, het was mijn grote droom, en die heb ik kunnen waarmaken.” Er worden in Somalië nog steeds mensen vastgehouden van andere hulporganisaties. Voor MdM-directeur Pierre Micheletti is dat onacceptabel, onlogisch en onbegrijpelijk. Op termijn kan dat volgens hem leiden tot een volledige terugtrekking van de NGO’s in Somalië. De ontvoering is voor MdM reden om de strategie in Ethiopië te heroverwegen. Sools en Akahane zullen op korte termijn terugkeren naar respectievelijk Nederland en Japan.
