Frankrijk zit in een spagaat. En dat hebben we deze week gemerkt op de snelweg van Parijs richting Marseille. Op de linkerachterruit van onze campagnepeugeot hangt de verkiezingsposter van Ségolène, rechtsachter hangt Sarkozy. Ze zijn het symbool van onze journalistieke onafhankelijkheid. Maar toen bleek de oude peugeot 205 niet de snelste wagen van de autoroute te zijn: we werden regelmatig naar de rechterrijstrook geduwd, links ingehaald en herkend als fanatieke Ségolène-aanhangers. De peugeot is ook nog eens rood, de huiskleur van de Parti Socialiste. Gevolg: achthonderd kilometer lang getoeter, omhooggestoken duimen. Maar ook middelvingers en woeste gebaren. De positieve reacties namen we glimlachend en zwaaiend in ontvangst. Bij verontwaardigde Sarkozy-automobilisten zetten we steevast de achtervolging in. De Sarko-stemmer werd met een topsnelheid van 160 km per uur ingehaald. De blauwe poster met de vriendelijk kijkende presidentskandidaat en zijn motto “Ensemble tout devient possible” werd met luid applaus ontvangen.
Dark
Licht