Aan de lange lijst loze beloftes die Jacques Chirac de afgelopen veertig jaar tijdens zijn bewind heeft gedaan, kan vandaag weer een fraai exemplaar toegevoegd worden: de verlaging van de BTW voor de horeca naar 5,5%.
De maatregel was in 2002 beloofd vlak voor de presidentsverkiezingen. Gisteren werd de verlaging verworpen door Oostenrijk, op dit moment voorzitter van de Europese Unie. BTW-verlagingen moeten unaniem goedgekeurd worden door de 25 lidstaten.
Vooral Duitsland is tegenstander van de Franse BTW-verlaging, omdat Bondskanselier Merkel de BTW in Duitsland juist wil verhogen van 16% naar 19%. Frankrijk beraamt zich op een beroep op het zogenaamde subsidiariteitsbeginsel, dat inhoudt dat landen zelf beslissingen kunnen nemen over onderwerpen die de landsgrenzen niet overschrijden. Volgens Frankrijk kan dat beginsel toegepast worden op de horeca, van nature een plaatsgebonden sector die niet concurreert met andere landen.
De horeca-sector is furieus dat de verlaging niet doorgaat, en dreigt met maatregelen. De horeca-ondernemers vormen een belangrijk electoraat voor de regeringspartij UMP en met het oog op de presidentverkiezingen over ruim een jaar is de steun van de 200.000 horeca-ondernemers belangrijk en wellicht onmisbaar.
Het gunstige effect van de verlaging wordt trouwens betwist. Het is zeer twijfelachtig dat de horeca-ondernemers de verlaging zal besteden aan prijsverlagingen of investeringen. Volgens de vakorganisatie Union des métiers et des industries de l’hôtellerie (UMIH) zou de verlaging 40.000 banen op kunnen leveren, een gevoelig argument in de strijd tegen de hoge werkloosheid. Dat zou neerkomen op ongeveer 80.000 euro per gecreëerde baan, een onacceptabel hoog bedrag. Bovendien zou een verlaging de overheid 3,3 miljard euro minder inkomsten opleveren, een bedrag dat de nagenoeg failliete Franse Staat eigenlijk niet kan missen.
