Dark Licht
Het kabinet wil het omroepbestel op de schop nemen. Net als elders zou Nederland een tweede publieke omroeporganisatie kunnen oprichten.

Dit artikel verscheen in de NRC van 3 december 2022.

Het kabinet wil het omroepbestel op de schop nemen. Net als elders zou Nederland een tweede publieke omroeporganisatie kunnen oprichten, suggereert Stefan de Vries.

Het media-aanbod moet „onafhankelijk tot stand komen, zonder inhoudelijke bemoeienis van politiek of commercie”. Deze mooie woorden, te lezen op de website van de NPO, de Nederlandse Publieke Omroep, zijn helaas niet veel meer dan wensdenken. Sinds de afschaffing van het kijk- en luistergeld in 2000 is namelijk exact het tegenovergestelde gebeurd. De politiek bemoeit zich maar al te graag met ‘Hilversum’, terwijl de jacht op de kijkcijfers de voornaamste bezigheid van het NPO-bestuur is geworden. Tel daar de recent bekend geworden verwerpelijke werkmores bij sommige omroepen en de beschamende gang van zaken rondom Ongehoord Nederland bij op, en het is duidelijk dat het publieke omroepbestel toe is aan een grondige vernieuwing.

Aan het monopolie van de NPO zou een einde moeten komen, en wel door het oprichten van een Alternatieve Publieke Omroep, kortweg ‘APO’. Dit is niet een of andere lobby die na het ronselen van 50.000 gelijkgestemden zendtijd krijgt, maar een geheel nieuwe publieke organisatie die programma’s voor allerlei platforms gaat produceren. Niet binnen het bestaande bestel dus, maar ernaast, als directe publieke concurrent voor de gehele NPO.

Ooit concurreerden omroepverenigingen met elkaar op identiteit en creativiteit. Dat unieke systeem werd een vruchtbare voedingsbodem voor een wereldwijd toonaangevende media-industrie. Maar de verzuiling is passé. Sinds de oprichting van de NPO als paraplu-organisatie en de verschillende omroepfusies, is de identiteit van de verschillende verenigingen sterk verwaterd. Zappend langs de verschillende NPO-zenders heeft de kijker de grootste moeite te ontdekken welke afzender achter welk programma zit. Meestal zijn het alleen nog de grote logo’s linksboven in beeld die aan een specifieke omroep refereren. Een ‘platform voor identiteiten’, dat de NPO nu nog steeds probeert te zijn, is al lang achterhaald.

Voor wie tegenwerpt dat een tweede publieke omroeporganisatie onmogelijk zou zijn: in verschillende Europese landen werkt dat systeem al jaren uitstekend. Duitsland kent onder meer de ARD, de ZDF en Deutsche Welle, die alle onafhankelijk van elkaar opereren. De Britten betalen 190 euro per jaar voor de BBC (zonder reclame) én voor Channel 4 (met reclame). Mede door hun onderlinge concurrentie maken deze twee organisaties veel producties van uitzonderlijk hoge kwaliteit. De Fransen kijken naast France Télévisions (waar vijf televisiezenders onder vallen) naar een handvol andere publieke zenders. Er is zelfs een Europese publieke omroep, ARTE, gefinancierd door Franse en Duitse belastingbetalers, gratis beschikbaar voor iedere Europeaan, ook in Nederland.

Uit onthullingen de afgelopen weken over de bedrijfscultuur bij BNNVARA blijkt dat radio- en televisiemakers van de NPO in onaanvaardbare mate afhankelijk zijn van de stemmingswisselingen van Frans Klein (ook na alle onthullingen officieel nog steeds directeur video van de NPO), Jurre Bosman (directeur audio) en hun netcoördinatoren. Dit ongezonde, piramidale bestuursmonopolie heeft geleid tot cliëntelisme, inefficiëntie, een gespannen strijd met commerciële omroepen en een gebrek aan technologisch innovatie.

De APO heeft als voordeel dat de structurele weeffouten van de NPO vanaf het begin vermeden kunnen worden. Zonder topzware bureaucratie, Hilversumse vastgoedportefeuilles en omroepbladenredacties, kan de APO zich efficiënt wijden aan de kerntaak van een publieke omroep: het maken van kwalitatief hoogstaande programma’s. Nieuws, debatten, muziek, hoogstaand drama, documentaires, et cetera. Het criterium moet in ieder geval altijd kwaliteit zijn, niet kijkcijfers en doelgroepen.

Een volwaardige tweede publieke omroep kan toe met zo’n 100 à 125 miljoen euro per jaar. Dat is ongeveer 10 tot 15 procent van het budget van de NPO, en voldoende voor een APO zonder reclame. Zo blijven de STER-gelden beschikbaar voor de NPO, en krijgen de commerciële zenders er geen publieke marktverstoorder bij. Ter vergelijking: het zeer ambitieuze ARTE komt rond met zo’n 140 miljoen per jaar

Er zijn verschillende mogelijkheden voor de financiering van de APO. Het bedrag zou af kunnen gaan van de huidige begroting van de NPO (942 miljoen euro in 2027, zo’n 100 euro per huishouden per jaar, minder dan Netflix of Apple TV). Ook kan de overheid besluiten de APO te financieren uit de algemene middelen. Sinds begin deze eeuw is de rijksbijdrage, gecorrigeerd voor inflatie, steeds lager geworden. Een bedrag van 100 miljoen extra heeft geen gevolgen voor de schatkist. Een andere mogelijkheid is het herinvoeren van het kijk- en luistergeld of een heffing op producten met een scherm (van smartphone tot smart tv). Eventueel zou een (al dan niet verplicht) maandelijks abonnement van tien euro voor alle publieke kanalen overwogen kunnen worden, zoals in Denemarken.

Na een openbare aanbesteding zou de APO een langlopende concessie kunnen krijgen van bijvoorbeeld zeven jaar, te verlengen met nog eens vijf jaar. Zo zijn langetermijninvesteringen mogelijk en hoeft er niet naar het wispelturige pijpen gedanst te worden van wisselende coalities in Den Haag. De programmering van de APO komt niet tot stand vanuit een benauwende levensbeschouwing, maar vanuit een duidelijke missie. Welke dat is, kan gedefinieerd worden in de aanbestedingsvoorwaarden. Waar de NPO nu vaak schittert door afwezigheid in internationale samenwerkingsverbanden, kan de APO direct vanaf het begin een innige samenwerking aangaan met zenders als ARTE, Euronews en andere publieke omroepen in de EU. Samen met de eigen producties ontstaat zo een aanbod waar niet de kijkcijfers, maar de kwaliteit centraal staat.

Wie ongehoord is, evangelisch, algemeen vrijzinnig, of een bejaarde adept van Bart de Graaff kan ook na invoering van de APO nog steeds terecht bij de oude, onder het eigen gewicht bezwijkende NPO. Wie behoefte heeft aan een platform dat zich niet laat leiden door kijkcijfers of politieke voorkeuren komt aan zijn of haar trekken bij de Alternatieve Publieke Omroep. Daarom een oproep aan de politiek voor een radicale wetswijziging: red de NPO, lanceer de APO!

Stefan de Vries is Europacorrespondent voor BNR en correspondent Nederland voor verschillende internationale media.

Foto: Ajeet Mestry op Unsplash

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.