Het departement Val de Marne (1,3 miljoen inwoners, iets groter dan de gemeente Amsterdam), ten zuid-oosten van Parijs, wil een eigen onbemand metrosysteem aanleggen. Het systeem, tussen de voorsteden Arcueil-Cachan en Fontenay-sous-Bois, moet overstapmogelijkheden bieden op alle RER-lijnen, een tweetal metrolijnen en op de tram. De werktitel voor de lijn is voorlopig Orbival. In Val-de-Marne ligt ook het grootste snelwegknooppunt van Europa, de A4/A86. Om het autoverkeer terug te dringen wil het departement investeren in openbaar vervoer.
De Parijse voorsteden die direct aan de hoofdstedelijke gemeentegrenzen liggen, horen tot de drukstbevolkte stedelijke gebieden ter wereld en hebben gebrekkige onderlinge verbindingen. De metro gaat niet heel ver de banlieue in en de RER-lijnen zijn overbelast en zijn onvoldoende voor het vervoer tussen de voorsteden. Het verkeer tussen de banlieues onderling groeit het laatste decennium explosief. De kosten voor de 21 kilometer lange ondergrondse verbinding worden geraamd op 2 miljard euro, ongeveer 90 miljoen euro per kilometer. Ter vergelijking: de lijn wordt daarmee 2,5 keer zo goedkoop als de Amsterdamse Noord-Zuidlijn.
Vorige week presenteerde de Région Ile de France al een ander vervoersplan, met daarin een project voor een supersnelle ondergrondse ringmetro, de Métrophérique, die op ongeveer vijf kilometer van de Parijse grens de voorsteden met elkaar verbindt en met de eindpunten van een groot aantal verlengde metrolijnen. Over die verbinding wordt al twintig jaar gepraat, maar nu heeft de Région Ile de France de lijn officieel opgenomen in de vervoersplannen voor het komende decennium. De Orbival staat daar los van, maar zou uiteindelijk wel de eerste schakel kunnen vormen in de 40 kilometer lange ringlijn. Het is de bedoeling dat de aanleg van Orbival in 2011 begint en dat de eerste treinen in 2015 gaan rijden.