Politieke partijen? Weg ermee!

Sinds het échec van het referendum op 29 mei is links en rechts, jong en oud, arm en rijk, mooi of lelijk het roerend over een ding met elkaar eens: het politieke systeem is rijp voor de sloophoop. Maar hoe dan verder? Vele ideeën passeren de revue. ReindeR Rustema en uw gastheer denken dat het opheffen van de politieke partijen een stap in de goede richting zou zijn…

Politici, van welke kleur dan ook gedroegen zich in Frankrijk en in Nederland tijdens de campagne van het referendum en vooral daarna, op zijn best potsierlijk, op zijn slechtst ronduit tragisch. Want spelen met de toekomst van Europa is natuurlijk totaal onverantwoord.

Twee maanden na het referendum zijn de partijen in Frankrijk letterlijk aan flarden gescheurd. De roep om hervormingen klinkt luider dan ooit, terwijl de optie van een Zesde Republiek inmiddels niet veel meer dan een illusie lijkt. Om Frankrijk een “nieuwe impuls” te geven, is meer nodig dan een regeringswissel. Het traditionele “grote schoonmaak”-scenario is achterhaald. Wat we nodig hebben is een hogedrukreiniger (het model Kärcher SC 2250 is bijzonder effectief). Alhoewel, gezien de gemiddelde leeftijd van de parlementsleden (56 jaar nu, dus 58 bij de volgende verkiezingen – tegenover 45 in Nederland en 50 in Groot-Brittannië), zou een stevige hittegolf waarschijnlijk nog doeltreffender zijn.

Kloof

De pers herhaalt het dagelijks: de kern van het probleem is de enorme kloof tussen politici en burgers. “Ze voelen zich niet door hen vertegenwoordigd,” aldus filosoof Marcel Gauchet in Le Monde 2 van 23 april. Verwachten dat de oplossing uit de partijen zelf komt, is dus een illusie. Net zo goed als te hopen op de beroepscritici die verstrikt zijn geraakt in structuren die alleen nog om zichzelf draaien. Geobsedeerd door de interne machtsverhoudingen en de strijd om posities, hebben de bewoners van Matignon, het Quai d’Orsay, Bercy of het Palais Bourbon ieder contact verloren met wat er buiten de Parijse ring gebeurt.

De burger weet evenmin hoe uit de politieke impasse te geraken. Hij wacht verkiezingen af, of zoals laatst het referendum, en kiest vervolgens – net als in een warenhuis – voor het artikel dat op dat moment in de uitverkoop ligt. In de zeldzame gevallen dat er een duidelijke kandidaat tegenover hem staat, zoals Jean-Marie Le Pen op 21 april 2002, of dat hij met een simpel “nee” kan antwoorden op een complex probleem, grijpt een aanzienlijk deel van de bevolking de kans op een proteststem.

De aardverschuivingen na elke verkiezing – de “afrekeningen” – zijn aanzienlijk en zullen alleen maar toenemen. De teleurgestelde kiezer heeft immers nauwelijks keuze: het aantal partijen is beperkt en de oppositie – ondanks haar huidige regionale meerderheden – is intern verdeeld en extern machteloos. Geen wonder dat veel kiezers het stemmen helemaal laten.

Ontbinding van de partijen

Omdat noch van de partijen, noch van de burgers een oplossing valt te verwachten, wordt het tijd voor een radicale maatregel: de afschaffing van politieke partijen in Frankrijk. Er hoeft geen enkele wet te worden gewijzigd om tegemoet te komen aan de wens van de burger. Een eenvoudige aanpassing van het Reglement van de Assemblée Nationale volstaat. Een fijnmaziger parlement, een echte volksvertegenwoordiging die burgers vertegenwoordigt in plaats van partijen, is goed denkbaar. Hoe?

  • schaf de partijdiscipline af: de afgevaardigde verdedigt zijn visie vrijelijk, zonder druk van apparatsjiks;

  • schaf de lijsttrekker af;

  • elke kandidaat publiceert zijn eigen programma en onderhoudt zélf het contact met de kiezers (dankzij internet hoeft dit niet langer via kiesdistricten, die per definitie antidemocratisch zijn);

  • ministers en staatssecretarissen worden benoemd of vervangen door de Assemblée, individueel en niet als kabinet in zijn geheel;

  • de Assemblée bepaalt in plenaire zitting de politieke koers, niet de president, niet een premier, en zeker geen partijbureau;

  • de Senaat hervindt zijn oude rol en verbreekt de banden met de Assemblée;

  • partijen worden gezien als particuliere lobby’s, op dezelfde afstand gehouden als andere pressiegroepen.

In eerste instantie zal de overvloed aan kandidaten het kiezen niet makkelijker maken. Bekende en ervaren parlementariërs hebben dan nog een voorsprong. Maar zodra nieuwe afgevaardigden trouw blijken aan hun programma én aan hun kiezers, zal de burger zich minder snel afwenden en zich beter vertegenwoordigd voelen. Met veertig miljoen kiezers en 577 zetels vertegenwoordigt elke parlementariër zo’n 70.000 mensen. Eens in de vier jaar (of vaker) kan de burger beoordelen of zijn vertegenwoordiger nog steeds bij hem past.

De Senaat krijgt de zware taak de kwaliteit en wettelijkheid van het werk van de Assemblée te bewaken. Besturen wordt minder technocratisch, levendiger, meer gevoed door debat met de achterban. Amateurisme en populisme krijgen minder kans, juist omdat 577 onafhankelijke parlementariërs bij elk dossier opnieuw moeten onderhandelen en hun kiezers enthousiast moeten houden.

Is Frankrijk op dit moment werkelijk een democratie? Met de afschaffing van de partijen zou het er in elk geval een stapje dichterbij komen.

ReindeR RUSTEMA, Amsterdam, onderzoeker communicatie Universiteit van Amsterdam

Stefan de VRIES, Parijs, journalist

Dit artikel verscheen op 11 april 2005 in NRC Handelsblad en werd aangepast aan de Franse situatie.

This post is also available in: Nederlands Français Español

Similar Posts

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.