Een 77-jarige man heeft woensdag een kunstwerk aangevallen met een hamertje in het Centre Pompidou. Het gaat om het urinoir van Marcel Duchamp, la Fontaine. De schade is te herstellen. De dader, de kunstenaar Pierre Pinoncelli, had het al een keer eerder gemunt op het urinoir, in 1993, toen hij zijn blaas er in leegde. Pinoncelli hakte al eens zijn pink af uit solidairteit met de in Colombia ontvoerde Ingrid Betancourt.
De ‘aanval’ is om historisch-filosofische redenen interessant. Het uit 1917 daterende ‘kunstwerk’ was een provocatie en werd geweigerd voor een tenstoonstelling in New York. Duchamp ondertekende zijn werk met ‘R. Mutt’, armoede. Door als kunstenaar een alledaags gebruiksvoorwerp, een zogenaamde ready-made, in een museum te plaatsen, maakte Duchamp in een klap een einde aan de kunst als vakmanschap, aan kunst als ars. De tentoongestelde pot is niet het origineel, maar één van de acht kopieën die in 1964 door Duchamp werden gemaakt. De waarde van de woensdag beschadigde versie wordt geschat op drie miljoen euro.
