In Denemarken willen werkgevers soepeler regels voor immigratie, anders loopt de economie schade op.
Veel bakstenen, fietsen en horecapersoneel dat alleen Engels spreekt: het zou Amsterdam of Utrecht kunnen zijn, maar het is Kopenhagen. Denemarken heeft op het eerste gezicht veel overeenkomsten met Nederland. Maar is één ding waarin het Scandinavische koninkrijk met zes miljoen inwoners afwijkt en waar de toekomstige coalitiepartijen in Den Haag op azen: “een opt-out clausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid”. Maar na ruim dertig jaar heeft die opt-out in Denemarken zijn langste tijd gehad, en willen bedrijven niet minder, maar juist meer migranten.
VIER UITZONDERINGEN
De Deense uitzonderingspositie is een overblijfsel uit lang vervlogen tijden toen de Unie nog maar twaalf leden telden. “We kregen een opt-out in 1993, nadat we het jaar ervoor nee hadden gestemd in een referendum over het Verdrag van Maastricht,” vertelt professor Marlene Wind, PhD van de Københavns Universitet – University of Copenhagen, aan BNR Nieuwsradio. “Normaalgesproken, als je tegen een verdrag stemt, dan moet je de EU verlaten. Dat was een shock voor de politici.” Om het land toch in de EU te houden, bedong én kreeg Denemarken vier uitzonderingen: Geen euro, geen justitie, geen Europees burgerschap, en geen gezamenlijk defensiebeleid. Die laatste opt-out is in 2022 via een referendum afgeschaft, als reactie op de oorlog in Oekraïne, toen de Denen moesten erkennen dat je met Europese samenwerking toch sterker staat.

MEER MIGRANTEN NODIG
De vijandige houding ten opzichte van immigranten en asielzoekers lijkt nu te worden ingehaald door de demografische werkelijkheid. De Deense werkloosheid lag eind 2023 5,3 procent. Dat is laag, maar nog wel hoger dan in Nederland. Desalniettemin heeft het Deense bedrijfsleven grote moeite nieuwe werknemers te vinden en het ziet er niet naar uit dat dat niet zal veranderen. Dansk Industri (DI), de lobby voor de industrie, deed daarom afgelopen weekend een opvallende oproep aan de Deense regering. “We hebben meer mensen nodig,” zegt Steen Nielsen, de vice-directeur op het reusachtige hoofdkantoor van DI in Kopenhagen, waar BNR hem spreekt. “Het is cruciaal dat we meer mensen kunnen aannemen uit het buitenland. Iedereen in Denemarken heeft een baan, dus we zijn echt afhankelijk van internationale werknemers. Daarom willen we politieke veranderingen die het land opener maken voor buitenlanders.”
DI spreekt namens meer dan 20.000 grote bedrijven en heeft daarom een belangrijke stem in het debat. De Deense regering, een coalitie van de Sociaal-Democraten en de Centrum Liberalen, staat positief tegenover de oproep. Ook zij zien inmiddels het nut in van een meer pragmatische koers, zegt Nielsen: “Net als de privésector heeft ook de overheid veel moeite mensen te werven. Daarom denk ik dat steeds meer politici het als een voordeel gaan zien om meer buitenlanders aan te trekken.”
Dit was een uitzondering en niemand anders krijgt nog een opt-out
GEEN TOVERDRANK
Ondanks de opt-out kwamen er in 2022 relatief meer legale immigranten naar Denemarken (20,5/1000 inwoners) dan naar Nederland (18,5). Er zijn wel minder asielaanvragen, maar zelfs met hun uitzonderingspositie moeten de Denen zich nog houden aan allerlei Europese en internationale afspraken als het gaat om asiel. De opt-out is dus zeker geen toverdrank die de nieuwe coalitie superkrachten gaat geven.
Marlene Wind is behalve hoogleraar ook speciaal adviseur van Josep Borrell, Europa’s hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. Zij kent het functioneren van de Brusselse machine door en door: “Ik zou heel verbaasd zijn als Nederland nu zijn zin krijgt. Bovendien: als iedereen een opt-out zou eisen, dan was er geen Europese Unie meer.”
De wens van de nieuwe Nederlandse regering heeft dus weinig kans van slagen, zegt Wind resoluut: “Sinds de Deense opt-outs is de houding van de EU heel duidelijk: dit was een uitzondering en niemand anders krijgt er nog een.”
EUROPESE VERKIEZINGEN
Ook al doen de Denen niet helemaal mee met alles uit ‘Brussel’, de Europese Verkiezingen leven er wel. Bij de vorige verkiezingen in 2019 was de opkomst ruim 66 procent, ruim anderhalf keer hoger dan in Nederland (41,8%). Op iedere straathoek in de Deense hoofdstad hangen verkiezingsposters, veel meer dan in de Nederlandse steden. In de peilingen gaat de combinatie van de Sociaal-Democraten en GroenLinks aan kop, gevolgd door de combinatie van de drie Deense liberale partijen. Dit keer zijn Denen volgens Marlene Wind vooral geïnteresseerd in defensie en Oekraïne, in het klimaat en in een goedwerkende interne markt. Migratie zit daar dus niet bij.
Meer migranten zijn goed voor bedrijven, zijn goed voor de maatschappij
GIDSLAND
Als het gaat om de opt-out is Denemarken voor de coalitie PVV-NSC-VVD-BBB nu een gidsland. Maar terwijl Den Haag steeds verder lijkt af te drijven van Brussel, schuift Kopenhagen op dit gebied juist meer en meer richting Europa. De kans bestaat dat migranten, die ook felbegeerd worden door Nederlandse bedrijven, straks liever naar Denemarken gaan.
Terug naar het glimmende gebouw van de Industriële Federatie: dat staat aan de Hans Christian Andersen Boulevard, genoemd naar Europa’s beroemdste sprookjesschrijver. Met zo’n adres ligt de vraag voor de hand of politici geen enge sprookjes vertellen over asiel en migratie. “Dat kan je inderdaad wel zeggen,” lacht Nielsen.“We hebben meer internationale werknemers nodig, want er zijn simpelweg niet genoeg mensen in Denemarken. Dat is goed voor de bedrijven, dat is goed voor de maatschappij. En dat is geen sprookje, maar een feit.”
Verscheen bij BNR, 29 mei 2024