De beloning van bestuurders van overheidsbedrijven, of bedrijven waarin de staat een aandeel heeft, wordt flink beperkt. Dat heeft de Franse ministerraad vanmorgen per decreet besloten.
Topbestuurders van een vijftigtal staatsbedrijven, zoals EDF, Areva, SCNF en de RATP, gaan tot maximaal 20 keer het laagste salaris binnen het bedrijf verdienen. In de praktijk komt dat neer op een maximum brutosalaris van €450.000 per jaar. Op dit moment verdienen slechts twintig mensen meer dan dat bedrag. De maatregel lijkt op de Nederlandse, overigens vrijwillige Balkenendenorm. Die houdt in dat ambtenaren niet meer mogen verdienen dan 130% van een ministerssalaris (dat was in 2011 144.000€, behoorlijk hoger dan de 119.280€ die Hollandes ministers verdienen). De ‘Hollandenorm’ is dus ruim 3x de Balkenendenorm.
In tijden waarin politici doen alsof ze de broekriem aanhalen, is dit een enigszins populistische maatregel. Het gebaar zal ongetwijfeld in de smaak vallen bij het publiek, het overheidstekort zal er nauwelijks door dalen. Bovendien is na de invoering in Nederland van de Balkenendenorm het aantal openbare bestuurders dat toch veel meer verdient, laatste jaren gestegen, vooral actief de medische sector. Om dat soort praktijken te voorkomen gaat het ministerie van Economie er op toezien dat de salarissen inderdaad onder de Hollandenorm blijven.
Het is niet duidelijk of de nieuwe regel ook geldt voor oude contracten. In dat geval zal bijvoorbeeld Henri Proglio een flinke duit in het zakje moeten doen. De topman van het energiebedrijf EDF verdient 63x het laagste salaris binnen de groep.