Van welk kanaal zijn jullie? vraagt de 14 jarige jongen in Clichy-sous-Bois. Nederland, antwoorden wij. O dat interesseert me niet of Ok dan is het goed, want als mijn vader me hier op tv ziet dan vermoordt ie me zijn enkele antwoorden.
In nauwelijks twee weken tijd zijn de inwoners van de vele naargeestige voorsteden behendig geworden in het omgaan van de media. Zonder camera tel je niet echt mee, maar zonder camera loop je ook minder risico. De dag dat mijn collega Mark de Bruijn en ik in Clichy-sous-Bois waren, wemelde het van de cameraploegen, maar de meeste daarvan bleven in de veilige cirkel rondom het gemeentehuis.
Wij trokken de buurt in, naar de wijk le Chêne Pointu, waar het allemaal begon. In een winkelcentrum uit de jaren zestig is de helft van de winkels dichtgetimmerd. Niet vanwege de rellen, maar al sinds lange tijd. Een normaal sociaal leven is hier al jaren niet meer echt mogelijk. Er zit een bar in een donkere hoek van het winkelcentrum, een bar waar Turken, Afrikanen, Fransen, zwart en wit, oud en jong, met elkaar koffie drinken. Allen mannen, dat wel. Kent iemand de jongens die alles gezien hebben op de eerste avond? Ze wonen hier achter, ze komen zo uit hun holen, lacht Hidir, de Turkse barman. En inderdaad, een half uurtje later komen er wat jongens hun koffie halen. Maar niemand wil voor de camera. Ook niet voor de Nederlandse televisie. Jullie hebben daar al zelf problemen genoeg, daar werk ik niet aan mee.
De verhouding met de media is dubbel. Enerzijds willen de bewoners aandacht voor hun problemen, maar anderzijds hebben ze ook al aan de lijve ondervonden hoe vooral de televisie woorden en beelden kan verdraaien. Journalisten zijn allemaal klootzakken, dus jullie ook! Als we iedere dag geweld op televisie zien, dan wordt het op een gegeven moment normaal. Dan gaat het er alleen nog maar om wie de meest schokkende dingen doet. De televisie wordt gezien als een vertegenwoordiger van de staat, net zoals de politie, de school, de gevangenis, en dat is al reden genoeg om wantrouwend te zijn.
Wennen aan extreme situaties: het geldt ook voor de journalisten zelf en voor de kijkers of lezers. Vandaag valt overal te lezen dat de rust lijkt weergekeerd. Maar met 500 afgebrande autos en meer dan tweehonderd arrestaties was afgelopen nacht allesbehalve kalm. We zijn voor het gemak al weer vergeten dat er in de eerste week in heel Frankrijk nauwelijks 20 autos per nacht in brand werden gestoken.
Wie kent over een maand Clichy-sous-Bois nog? Of Bondy? Of Grigny? De bewoners in de banlieues verdienen voortdurend aandacht tot hun situatie daadwerkelijk verbeterd is, en weer menselijk geworden is. De verantwoordelijkheid voor die aandacht te zorgen ligt bij ons, bij de media, zelfs al worden we daarvoor bespogen of belaagd.
This post is also available in: English Nederlands Français